In onze praktijk hebben wij vaak te maken met schuldenaren die even ‘verdwenen’ zijn. Toch eindigt onze dienstverlening daar niet.
Soms moet je bijzondere bevoegdheden inzetten om een vastgelopen zaak weer vlot te trekken. Onze deurwaarder heeft op Schiphol de havenmeester en de marechaussee ingeschakeld en onder hun begeleiding heeft hij beslag gelegd op de kerosine in een vliegtuig.
We zien ze vaker, een debiteur die denkt dat je met hard schreeuwen van een terechte incasso af kan komen. In dit geval een factuur voor een verbouwing waarbij de debiteur slechts de helft van het afgesproken factuurbedrag had betaald. Niet omdat hij ontevreden was, hij vond de helft genoeg en dacht daar met een potje blufpoker mee weg te komen.
“Ja, maar we hadden afgesproken dat...” Niets zo vervelend als onenigheid over een factuurbedrag. Meerwerk is heel vaak de aanleiding. U begint aan een opdracht en onderweg komt er werk bij. De vraag of dat meerwerk binnen het afgesproken bedrag valt wordt door de opdrachtgever niet gesteld en u gaat er vanuit dat uw opdrachtgever de meerkosten wel begrijpt. Niet dus.
Juridische stappen ondernemen tegen een te laat betalende opdrachtgever is een laatste redmiddel. Uit angst om de handelsrelatie niet te verstoren en opdrachten te verliezen ziet de leverancier in veel gevallen geen andere mogelijkheid dan “maar” akkoord te gaan met de opgelegde, lange betaaltermijn. Mijn advies? Speel eerst open kaart.